Peter Troon in Suriname in Maart 2001

... En 15 jaar later?

Op 1 maart 2001 ging in voor het eerst na 15,5 jaar terug naar Suriname. Ik ben in 1974 in Suriname geboren. Op 1 september 1985 ben ik verhuisd naar Nederland en ben dus niet teruggegaan tot 2001. In 1999 realiseerde ik me, dat ik het grootste deel van mijn leven in Nederland heb doorgebracht en dat ik nooit meer ben teruggegaan naar Suriname. Ik kon op dat moment alleen nog niet naar mijn geboorteland gaan, maar ben wel begonnen om mijn terugkeer voor te bereiden. Ik heb toen besloten, dat vlak na mijn afstuderen in de informatica een goed moment zou zijn om terug te gaan naar Suriname. Toen ben ik dus geld gaan sparen om een ticket te kunnen kopen.

Het is 9 uur vliegen van Amsterdam (Nederland) naar Paramaribo. Toen het vliegtuig boven Surinaams grondgebied kwam was het prachtig om de bomen en bossen te zien. Uiteraard waren er ook rivieren, bruggen en wegen te zien. Na een korte tijd in het Surinaamse luchtruim te hebben gevlogen landde het vliegtuig op de Johan Adolf Pengel Airport ook bekend als de luchthaven Zanderij. Wat wel grappig is, is dat de Surinamers de gewoonte hebben om te applaudiseren als de landing succesvol is verlopen. En eigenlijk is het natuurlijk ook een wonder, dat het vliegtuig veilig is geland en daar zou je dan ook dankbaar voor moeten zijn.

Het was iets van 18.15 uur toen ik uit het vliegtuig stapte. De warme lucht buiten verwelkomt je en opeens komt het besef, dat je je in een tropisch klimaat bevindt. Terwijl ik de trap van het vliegtuig afdaalde kwam het moment dichterbij, dat ik de Surinaamse grond na 15,5 jaar weer mocht aanraken. Het voelde lekker aan om weer in Suriname te zijn. Het luchthavengebouw is voorzien van een balkon, dat onder andere gebruikt wordt door afhalers om de vliegtuig passagiers te verwelkomen. Uiteraard wordt er massaal gebruik gemaakt van dit balkon en is het er erg druk.

Enkele familieleden van mij waren mij komen ophalen. Ik ben naar hun huis gegaan, gaan zitten en genieten.. Terwijl ik de eerste avond in Paramaribo doorbracht realiseerde ik me, dat het er zo stil is.... Je kunt waarachtig de sterren aan de hemel zien (en dat kan in Amsterdam lang niet altijd). Bovendien is de buitentemperatuur aangenaam, terwijl het al laat 's avonds is.

Nederlanders, die nog nooit in Suriname zijn geweest, zullen het als vreemd ervaren, dat er in een land, dat zo ver van Nederland is verwijderd, Nederlands wordt gesproken. Wat nog vreemder aanvoelt is, dat er Nederlands wordt gesproken op een plek waar het tropisch warm is. De Nederlandse invloed is nog steeds merkbaar, bijvoorbeeld in de naamgeving van straten zoals bijvoorbeeld de "Gravenstraat" of "Keizerstraat". Kan het nog Hollandser?

Paramaribo

De volgende dag bracht ik door in Paramaribo. Ik merkte, dat veel dingen waren veranderd, maar dat andere dingen nog steeds hetzelfde waren gebleven na ruim 15 jaar. Ik kon de weg in de stad gemakkelijk terugvinden, omdat ik me nog steeds kon herinneren hoe de straten liepen. Twee van de plaatsen, die ik het eerst ben gaan bezoeken waren het Onafhankelijkheidsplein en de Waterkant.

Mensen met verschillende culturen en religies leven vreedzaam naast elkaar in Suriname. Een merkwaardig voorbeeld is dat een Joodse Synagoge en een Islamitische Moskee practisch naast elkaar staan. Deze buren kunnen het gewoon goed met elkaar vinden. Dus het is wel degelijk mogelijk! Als je deze situatie met eigen ogen wilt zien, dan moet je gaan naar de "Keizerstraat" vlakbij de kruising met de "Steenbakkerijstraat". Ik heb hiervan ook een foto genomen. Het is foto nummer 5 in mijn Suriname Foto's Pagina.

De eerste dagen ben ik veel familieleden en vrienden op gaan zoeken. De mensen zijn erg aardig en gastvrij. Iedereen biedt je een goed bord eten aan en de tijd vliegt, omdat je het leuk hebt.

Paranam en Suralco

Ik kreeg de kans om een rondleiding in Paranam / Suralco te krijgen. Dit bedrijf bezit bauxiet mijnen en verwerkt het bauxiet, zodat het kan worden geëxporteerd om er aluminium van te maken. Iedereen denkt, dat het bedrijf op sterven ligt, maar ik heb ontdekt, dat het bedrijf nog steeds heel wat activiteiten heeft. Op dit moment zijn er twee mijnen waar er bauxiet wordt gewonnen: Eén vlakbij Lelydorp en de andere is in de buurt van Moengo (Mungo). Beide mijnen leveren bauxiet van een verschillende kwaliteit. Van beide mijnen wordt het geleverde bauxiet verwerkt door Suralco in Paranam. Nadat het verwerkt is, wordt het verscheept naar het buitenland. Dit kan gemakkelijk, daar Paranam aan de Suriname rivier ligt.

Nickerie

Het weekend van 9 en 10 maart 2001 was het Holy Phagwa. Holy Phagwa is een feest om het begin van de lente te vieren. Dit klinkt ietwat vreemd, omdat Suriname geen winters heeft, maar zelfs in Suriname begint er een nieuw seizoen in maart. We hebben het weekend doorgebracht met een hele aardige familie. De vader van het gezin is een civiel ingenieur en vertelde ons van de huidige en geplande civieltechische projecten in Suriname.

Holy Phagwa is best leuk om te vieren. Hoewel het feest van origine Hindoestaans is en vroeger ook alleen maar werd gevierd door de Surinaamse mensen met Indiase voorouders, wordt het tegenwoordig door bijna iedereen in Suriname gevierd. De mensen gooien parfum, poeder, olie en andere dingen over elkaar heen en zeggen "Sup Holy" tegen elkaar. Spreek dit uit als: "Soep Holie". "Sup Holy" is een gelukswens. Aan het einde van de middag wanneer dit wordt gevierd gaat iedereen in Nieuw Nickerie naar de Zeedijk. Zoals de naam het al zegt is dit vlak bij de zee. Om precies te zijn: bij de monding van de Corantijn rivier.

De zondag van dat weekend ben ik nog naar de Surinaams - Guyanese grens geweest en heb ik ook nog wat tijd doorgebracht met familieleden van mij in Nieuw Nickerie. Naderhand hebben we de bus gepakt en zijn we teruggereisd naar Paramaribo.

Albina en Galibi

Albina is de hoofdplaats van het district Marowijne. Marowijne ligt in Oost - Suriname. De Marowijne rivier is de grensrivier tussen Suriname en Frans Guyana. Albina was ooit een leuk klein plaatsje waar mensen uit Paramaribo hun weekenden doorbrachten met het gevoel op vakantie te zijn in eigen land.

Albina is te bereiken met de bus. De afstand tussen Paramaribo en Albina is ongeveer 150 kilometer. Als gevolg van de binnenlandse oorlog in de tweede helft van de jaren '80 is een groot deel van het gebied inclusief de weg naar Albina vernietigd. Het is hartverscheurend om te zien wat er met dat gebied is gebeurd als je je herinnert, dat je als kind door dit gebied reed met de auto en hoe mooi het er toen uit zag.

In Albina stapten we over in een korjaal (klein bootje), die ons naar Galibi bracht. De reis over de rivier duurde ongeveer 1,5 uur. We waren 's ochtends vroeg vertrokken uit Paramaribo en om ongeveer 14.00 uur waren we in Galibi. Het strand doet denken aan een klein paradijs zoals men dat alleen in een Bounty reclame kan vinden. We hebben door het gebied gewandeld en hebben de plaatselijke bewoners (Indianen) ontmoet. Er was zelfs een klein toeristen winkeltje te vinden. Uiteraard was het eten ook goed.

De hoofdreden voor ons om naar Galibi te gaan was om de schildpadden te zien. Om de schildpadden te kunnen bekijken moesten we wachten tot 22.00 uur. Rond die tijd zijn we met een korjaal naar de monding van de Marowijne rivier gevaren. De Marowijne rivier mondt uit in de Atlantische Oceaan. Ik had verwacht, dat ik kleine schildpadjes te zien zou krijgen. Ik was dan ook erg verrast toen bleek, dat de schildpadden best wel groot waren. Ik heb schildpadden gezien met een diameter van ongeveer 80 centimeter en de gids vertelde ons, dat rond augustus er schildpadden met een diameter van 2 meter naar Suriname komen.

De schildpadden komen van allerlei plaatsen uit de wereld om hun eieren in Suriname te leggen. Ze komen bijvoorbeeld uit Costa Rica, maar ook uit Australië. De schildpadden reizen jaren om hun doel te bereiken. Het is best wonderbaarlijk hoe de natuur werkt. Blijkbaar herinneren deze dieren zich op één of andere manier, dat ze in Suriname zijn geboren en komen ze terug om hun eieren te leggen in hetzelfde gebied waar zij ook geboren zijn.

Helaas zijn de eieren niet helemaal veilig in dat gebied, omdat er stropers zijn, die jagen naar de eieren om ze op de markt te kunnen verkopen. Veel mensen vinden de schildpadeieren erg lekker. Een schildpad legt ongeveer 200 eieren tegelijk; de natuur weet dus, dat niet alle eieren het zullen overleven, maar desondanks zouden de mensen van de eieren af moeten blijven. Het gebied en de schildpadden zijn trouwens ook van overheidswege af beschermd.

Brownsberg

Deze mooie berg ligt in het district (de provincie) Brokopondo. Het is in de buurt van Afobaka waar de stroom wordt opgewekt. Vanaf deze berg is ook een prachtig uitzicht op het Van Blommenstein stuwmeer. Mijn foto's genomen op Brownsberg geven een beeld van deze berg. Klik hier voor een overzicht van de foto's, die ik heb gemaakt toen ik in Suriname was.

Lelydorp / Kofi-Djompo

Lelydorp is de hoofdplaats van het district Wanica. Vroeger werd dit plaatsje Kofi-Djompo genoemd, maar het is later hernoemd naar de overbekende Nederlandse ingenieur Cornelis Lely. Deze man was verantwoordelijk voor de Zuiderzeewerken in Nederland. Het IJsselmeer is tegenwoordig afgeschermd van de zee door de Afsluitdijk. Voor die tijd heette het meer de Zuiderzee en was het er heel vaak onstuimig. De Afsluitdijk beschermt grote delen van Nederland tegen de zee. Een groot deel van het IJsselmeer is later ingepolderd en is nu bekend als de provincie Flevoland. Dit hele plan was afkomstig van Ir. Cornelis Lely. Mr. Lely is van 1903 tot 1905 gouverneur van Suriname geweest.

Mij is niet bekend waar de naam Kofi-Djompo vandaan komt, maar het is wel interessant om te weten, dat Kofi een slaven naam was. De slaven hadden namelijk de gewoonte om hun kinderen namen te geven, die afhankelijk zijn van de dag waarop ze waren geboren. Als een jongen bijvoorbeeld op vrijdag werd geboren, dan werd zijn naam Kofi (Denk maar aan Generaal Kofi Anan van de Verenigde Naties) en als hij op een woensdag werd geboren, werd hij Kwakoe (Kwaku) genoemd. Voor meer informatie hierover verwijs ik naar mijn pagina over de namen, die de Surinaamse slaven gewoon waren om aan hun kinderen te geven.

In Paramaribo is er een standbeeld te vinden van een slaaf met de naam Kwakoe (Kwaku). Veel mensen denken, dat de slaaf die afgebeeld wordt op dat standbeeld een speciale persoon was, maar dat is niet waar. Het beeld toont een willekeurige slaaf en eigenlijk dan ook iedere slaaf. De persoon op het beeld is Kwakoe genoemd, omdat 1 juli 1863 op een woensdag viel en het de traditie van de slaven was om een jongetje, die op woensdag geboren was, de naam Kwakoe te geven. Op 1 juli 1863 begon een nieuw tijdperk, omdat dat de dag was waarop de slavernij werd afgeschaft.

Lelydorp ligt ongeveer 20 kilometer ten zuiden van Paramaribo. De weg van de Johan Adolf Pengel luchthaven te Zanderij gaat door Lelydorp. Het is een leuk plaatsje om te stoppen, omdat er lekker eten wordt verkocht door velen. De weg van Paramaribo naar Lelydorp heette eerst de "Pad van Wanica". In 1984 is deze naam veranderd in de Indira Gandhi weg. In de volksmond echter is deze weg nog steeds onder de naam "Pad van Wanica" bekend.

De Indira Gandhi weg heeft veel zijwegen. Eén van deze wegen heet de Java weg en gaat naar het plaatsje met de naam Santo Boma. Een andere zijweg heet de Van Hattem weg. Als kind ging ik daar vaak naartoe. Ik ben dus teruggegaan om de mensen na zovele jaren opnieuw te ontmoeten. In eerste instantie was het een beetje vreemd, maar achteraf was ik blij, dat ik die plaats heb bezocht.

Nieuw Amsterdam

Nieuw Amsterdam is een klein stadje in het district Commewijne. Deze plaats is bekend, vanwege het openlucht museum, dat er is gevestigd. Veel objecten daterend uit het Koloniale tijdperk worden bewaard in dit museum. Dit museum kan bijdragen om een beeld te krijgen van de dagen van vroeger van Suriname en dat alleen al is een reden om het museum te bezoeken.

Deze pagina: Copyright © 2001 Peter A. J. Troon

Let op: Deze pagina is onderdeel van de Peter Troon Site.